Verslag Wintervaart '15

 

Verslag winterdurmevaart 2015

Verkleumde handen en een drupneus

Een jonge klare bij het vertrek, soep met balletjes of omgekeerd halfweg, spek met eieren in het clublokaal om af te sluiten, dat zijn de zekerheden van de dag op de jaarlijkse wintervaart van de KYC Driegoten te Hamme.

Wat er daar tussentijds afspeelt is ieder jaar weer een belevenis vol verrassingen. Ook dit jaar op 28 februari was het weer zo ver. De poging om de toe slibbende en stervende Durme zo ver mogelijk van in Hamme tot het molsbroek in Lokeren op te varen vatte aan.

De radiowekker laat zich horen om 6u30 in de morgen. Een blik uit het raam verraad een winterse ochtend, ijzel op de auto's en vervroren gazon, wiebelende takken aan de bomen. De klaar gelegde winterkleding wordt aangevuld met een extra wollen trui. Met een noordoostenbries bij vrieskou op het water kan je die extra trui wel gebruiken. Na de koffie en het ontbijt wordt alles in gereedheid gebracht voor de eerste vaart van het jaar. Eerder in de week heb ik met vriend Theo mijn visserssloep te water gelaten. Om 8.30u betreed ik als eerste het ponton op Driegoten. Een lichte mist hangt over de Schelde en het voelt ijzig koud aan.

Terwijl ik het dekzeil van de boot haal hoor ik de buitenboordmotor van een aanvarende sloep naderen. De internet oproep van ondervoorzitter Jim wordt opgevolgd. Zoals elk jaar heeft hij weer menig lichtvarend materiaal met een diepgang van minder dan 50cm weten te mobiliseren.

De mist hult zich nu in het geronk van draaiende motoren. Van oost en west komen de bootjes toegestroomd.

De omliggende yachtclubs worden door hun wimpels vertegenwoordigt. Rupelmonde, Temse, Branst, Steendorp en natuurlijk ook het thuisfront varen mee.

De mast van het vlaggenschip van de green pirates uit Rupelmonde doemt op uit de mist en legt als laatste aan op het ponton.

De fles jonge klare wordt geopend. Voorzitter Jacques verwelkomt vanuit zijn "zuipschuit" de oude maar ook vooral nieuwe avontuurvaarders .

Wellicht zijn deze laatste aangetrokken door de wilde verhalen van de vorige edities. Na een korte briefing worden bij half opkomend tij de trossen gelost en weg zijn wij. 500 m tegen tij, aan het Philip de Pillecijn monument bakboord, het tij mee de Durme op. Het is rond 10u en het zonnetje breekt door de wolken. Doordat we verandert zijn van koers, komen we uit de wind te varen. De gevoelstemperatuur gaat merkelijk omhoog .

De zuipschuit neemt het voortouw en voert de armada van een 10 tal bootjes aan. Ongeveer een km verder stuwen we voorbij Tielrode veer.

Op de slipway voor de overzet, laten de Moerzeekse otters hun kajaks te water, ook zij varen naar jaarlijkse gewoonte de tocht mee.

Laverend tussen schorren en zandplaten stomen we meetij de rivier op. Het gedrag van de watervogels verraad dat zij zo een drukte op het water niet gewoon zijn.

Alhoewel dit het laatste anderhalf jaar sterk is toegenomen, men is namelijk begonnen met het uitbaggeren van de Durme.

Reden ?

Enorme hoeveelheden zand heeft men nodig voor het realiseren van het Sigma plan. Tussen Driegoten en Grembergen is men begonnen aan de bouw van potpolders. de Bunt in Hamme, 't zwijn en de wal te Kastel en de Vlassenbroek polder in Baasrode. Zand , zand en nog eens zand.

Op het ogenblik dat er genoeg water in de Durme staat varen de baggerpontons af en aan. De polders aan de schelde oevers worden volgepropt met baggerslib uit de Durme. De sporen van deze werken zijn op onze tocht dan ook duidelijk merkbaar. Afgegraven oevers en rietkragen die weg gegraven zijn.

De ongerepte natuur waar we de vorige edities zo trots op waren zijn nu enigszins aangetast. Maar niet getreurd aan de monding van de Durme waar het baggeren begon, zien we duidelijk herstel van het habitat dus geloven we dat het stroom opwaarts met de tijd ook terug in orde komt.

 

Stroom opwaarts naar Lokeren.... dat is ons doel.

De brug van de N 41 komt in het zicht. Over de waterdiepte hoeven we ons nog geen zorgen te maken, we hebben hier nog 2 à 3 meter diepgang. Op en afdrijvende zwerftakken en riet wijzen ons erop dat we de aandacht bij het varen moeten houden. 300 meter verder glijden we onder de trots van Hamme, de in het jaar 1900 gebouwde Mirabrug.

Tot de 2de wereldoorlog rolde hier de "patattentram" over. Het ding bevoorrade Antwerpen met aardappelen en groenten, gewonnen uit de polders achter den dijk, tegenwoordig het decorstuk voor de start van de flandrien-cross. Belgische en Nederlandse helden van het veldrijden flaneren hier voor de camera's naar hun startplaats.

Vandaag staan enkele clubleden te zwaaien van op de brug. Vanaf ons vertrekpunt nu toch al een klein uur geleden is dit de eerste plaats waar de oeverbegeleiders ons terug zien. Zelf komen we nu ook in de bewoonde wereld. Nog enkele bochten en we varen voorbij het clublokaal aan het kaaiplein. Nancy, de soepmaakster van dienst staat ons op de kaaimuur toe te roepen:" jullie zijn veel te vroeg, de soep is nog niet klaar ". Blijkbaar heeft onze vlootcommandant Jacques de gashendel te ver open gedraaid. Met onze snelheid hebben we de vloed voorbij gestoken en zijn we verplicht iets verder te wachten op voldoende water. Het wordt nog wat wring en nijpwerk om langs het baggerponton te geraken op ongeveer 1 km voor Waasmunster-brug . Hier zien we onze vertrouwde Durme terug met schorren, rietkragen en wilgen.

Ons reukorgaan wordt geprikkeld door de geur van verse soep. We naderen de brug van Waasmunster.

Nancy roert met een grote pollepel de dampen en balletjes naar boven. maar helaas, door de baggerwerken is er stroomopwaarts merkelijk meer slibafzetting en kunnen we voorlopig niet aanmeren tegen de kaaimuur. De verleidelijke geur van soep, het zien van boterhammen met gehakt, het hongerig geknor van de maag en misschien ook het verleidelijk gezwaai van Stany met een fles jenever, doet ons naar een oplossing zoeken.

Een paar lenige jonge mannen worden als vrijwilliger aangeduid om de brug, langs een kramiekelig laddertje te bestijgen en zo de nodige proviand te gaan halen.

Enkele ongeduldige schippers zijn reeds de brug voorbij gevaren en doen een bizarre ontdekking.

Daar waar we bij vorige edities ons een weg moesten banen tussen waterwilgen, zijn deze door natuurpunt afgezaagd, althans boven water.

De onderliggende stronken en takken zijn evenwel blijven zitten, het manoeuvreren tussen deze obstakels is precisie werk. We varen meer op gevoel dan op zicht. De 25 à 30 m brede Durme is nu gereduceerd tot een 6 à 7m brede sloot. Water lezen is een must. Stroomnaden worden geanalyseerd en nog vliegen buitenboordmotoren met regelmaat het water uit bij het overvaren van obstakels of worden al bij voorbaat omhoog getild. Het spoor van de voorganger wordt minutieus gevolgd, tot deze zich vastvaart, dan moet een andere route gekozen worden. Alles gaat stapvoets, gestaag vorderen we verder. De stand van het water is moeilijk in te schatten, doordat het pompstation in Waasmunster water loost krijgen we een sterke tegenstroom, en wat voor één. Regelmatig houden we halt en viseren we een merkpunt, zo kunnen we nog enigszins inschatten of het getij nog opkomend of afgaand is. Volgens het uurwerk moeten we nu ongeveer hoog water hebben.

Bij het tegenkomen van een volgend obstakel, een afgezaagde boom wordt besloten om rechtsomkeer te maken. Enkele echte Durme vaarders proberen nog verder te gaan, maar stuiten na enkele meters op een enorme berg drijfhout die gans de stroom ( sloot) verspert .Non plus ultra, tot hier en niet verder.

Ook het zeilbootje heeft de terugweg aangevat, niet zonder problemen. Door de sterke meestroom van het looswater, is het uiterst moeilijk dit toch wel lang gevaarte tussen de obstakels te manoeuvreren . Regelmatig strand de boot, gelukkig zijn we met vaarkracht genoeg om het ding weer vlot te krijgen, touwen worden van boot tot boot overgedragen.

Nu blijkt dat de beslissing om iets vroeger de terugweg aan te vatten wel degelijk de juiste was.

We krijgen nu iets meer de tijd om elkaar uit moeilijke situaties te helpen, want eens het tij keert gaat het hier vlug. Met 50 à 70 cm diepgang krijg je niet veel speling. Ook al begrijpen we de ernst van de situatie toch wordt er nog veel gespot en gelachen.

De Waasmunster brug komt in zicht en we krijgen terug veiliger en dieper water. Nancy heeft de soep op een laag vuurtje warm gehouden en dus nemen we de kans om even halt te houden, en blijkt dat het nu stilstaand hoog tij is. De laatste balletjes worden uit de soep gevist, de overgebleven jenever verdwijnt in de keel van hen die het nog koud hebben. De zon gaat omhoog en het water begint zienderogen te dalen, tijd om het roer om te gooien en huiswaarts te keren. In konvooi stevenen we terug naar Driegoten, zelfs de kajakkers   kunnen het tempo volgen, dit is genieten van zonnig winterweer.

Rond 14.30u draaien we terug de schelde op en arriveren we op het thuisponton. De auto's worden volgeladen en iedereen krijgt een lift naar het clublokaal, waar Stany, onze gelegenheidskok, al klaar staat om de eitjes te bakken. Bij een boerenomelet en een fris glas bier wordt er nog flink nagekaart De nieuwkomers waren enthousiast. Zeker voor herhaling vatbaar, op plaatsen gevaren waar je anders nooit komt. Een gezellige sfeer in situaties waar je anders zou panikeren, kortom een geslaagde wintervaart die de verwachting zeker heeft ingelost. Deze tocht zal zeker nog enkele weken onderwerp van gesprek zijn in het clublokaal.

Waar we nu al naar uitkijken is de uitgave voor volgend jaar.

Nog een dikke proficiat aan de organisatoren en hun vrijwilligers voor deze geslaagde dag, en we bedanken ook het zonnetje voor het mooie weer.

 

groetjes van de mensen achter den dijk

Donny

 
Joomla Templates by Joomlashack